Guinée herbergt een schat aan Afrikaanse culturen. Het noorden en het oosten waren ooit deel van het
grote Mandingo-keizerrijk, terwijl in veel dorpen en in de wouden van het zuiden de pré-islamitische culturen
bewaard zijn gebleven. De familie speelt een fundamentele rol binnen de gemeenschap en heeft een grote invloed op de
keuze van een echtgenoot. Veel meisjes trouwen vóór hun 20ste.
De traditie wil dat een de toekomstige man tien kola noten aanbiedt aan de familie van zijn toekomstige bruid om
haar ten huwelijk te vragen. De vader van de bruid breekt de noten als teken van goedkeuring en biedt dan stoffen,
sieraden of vee aan aan de verloofde en aan zijn familie. Moslims is het toegestaan om tot vier echtgenotes te hebben,
onder de voorwaarde dat hij zijn verplichtingen van levenonderhoud kan voldoen. Kola noten zijn bitter smakende noten
die een belangrijke rol spelen in rituelen en tradities. De kola noot bevat 25% cafeine en daardoor is het een
natuurproduct dat uitstekende diensten bewijst om langdurige inspanningen te verrichten zonder eten of drinken te gebruiken.
Traditionele geneeskunde is nog steeds wijd verbreidt in Guinée, maar ook voodoo en fetish.
Alhoewel animisme slechts 5% van de godsdienst uitmaakt hangen de meeste Guinezen toch aan de tradities rondom deze
natuurgodsdienst waarbij geesten- en voorouderverering het belangrijkst zijn. Een animist
gelooft in het bestaan van goede en kwade geesten, die kunnen huizen in onder meer bomen, dieren en gebruiksvoorwerpen.
De geesten moeten te vriend worden gehouden door het regelmatig brengen van offers, het houden van rituelen,
rituele dansen en het houden van taboeregels. Animisme doordrenkt het hele leven van de aanhangers ervan.
Overal in Guinée wordt muziek gemaakt. De muziek vertelt de verhalen van de overlevering,
het verspreidt nieuws, moraal en voorlichting en is onderdeel van alle rituelen. Guinée heeft een
lange muziektraditie vooral wat de djembé betreft; een drum die honderden jaren geleden in Guinée ontwikkeld
is. Wanneer de djembé goed bespeeld wordt dan gaan er magische krachten vanuit, zelfs helende. De djembé wordt
uit een uitgehold stuk linke boomstam gesneden en het vel is gemaakt van geitenhuid. Guinée, dat de reputatie heeft een
prachtig land te zijn, krijgt nu interesse vanuit een heel andere hoek. Student-muzikanten uit de gehele wereld bezoeken
de hoofdstad Conakry alsook andere steden in het land om er op de specifieke drumtechniek van djembé en de doundoums
(de bijbehorende bastrommels) te leren spelen.
De djembé kan zittend en staand bespeeld worden. Als de speler zit, houdt hij de djembé tussen de benen;
de onderkant staat op de grond. De djembé wordt iets naar voren gekanteld en met de knieën vastgehouden.
Hierdoor is de onderkant van de trommel open, waardoor het geluid kan vrijkomen. De speler kan verschillende
klankkleuren bereiken door beide handen te gebruiken en zowel met de vingers als met de vlakke hand te spelen.
In de jaren ’50 en ’60 werd de djembé ook gebruikt door post-koloniale trommel- en dansgroepen. Vanaf de
oprichting van de eerste Guinese balletgroep, Les Ballets
Africains wordt de djembé ook in professioneel ballet gebruikt.
Maar het was de balletgroep “Ballets Djoliba” die de eerste djembé-ster Mamady Keita ontdekte. Mamady speelde en toerde
20 jaar lang internationaal met de groep, voordat hij naar Brussel verhuisde. Uiteindelijk ging hij naar Amerika waar
hij zijn trommelschool “Tam Tam Mandingue” opende. Hij heeft in verschillende landen djembéles gegeven, een boek
geschreven, en verscheidene DVD’s met djembélessen geproduceerd. Mamady en andere internationale djembémuzikanten
hebben voor Guinee een nieuwe waardevolle exportindustrie gecreëerd. Dit succes heeft deuren geopend voor
jonge spelers: ze hebben de kans gekregen te reizen en hun brood te verdienen. Dit heeft gezorgd voor een
nieuwe culturele toeristische industrie. Bezoekers aan Guinée kunnen de djembé horen op plaatselijke trouwfeesten,
tijdens zondagsvieringen en in het nationale ballet. Ze kunnen ook meer te weten komen over de geschiedenis van
Guinée en zijn djembé in het nationaal museum van Conakry.
Ondanks de groeiende populariteit van popmuziek, blijft de traditioneel Guinéese muziek ook geliefd bij de
bevolking en is de zang uit Kindia in het hele land bekend. Eigenlijk is door de popmuziek een nieuwe vorm van
traditionele muziek ontstaan die elementen uit de Guinéese cultuur mengt met invloeden uit de popmuziek. Syliphone
is een platenlabel dat meer dan 80 opnames in zijn catalogus heeft. De catalogus beslaat populaire, traditionele
en moderne muziek. Bekende namen in dit land zijn Bembeya Jazz, Keletigui et ses Tamnourinis en Camayenne Sofa.
Naast de djembe zijn er nog allerlei andere traditionele instrumenten als de balafoon (een houten xylofoon), de kora
(een soort luit) en de ngoni (ook een soort snaarinstrument). Een van de bekendste kora spelers is zanger
Mory Kanté.
In 2000, vroeg Leonardo Di Caprio aan Mory Kanté om muziek tracks voor zijn film "The Beach" te componeren
inclusief een remix van ‘Yéké Yéké’. Meer informatie over deze topartiest is te vinden op zijn website
Mory Kanté. Een andere kora grootheid uit Guinée is
Prince Diabaté.
Siguiri is een belangrijk centrum van de Madinka-cultuur. Vooral muziek speelt daar een belangrijke plaats in.
De Malinké staan erom bekend dat ze de beste Kora muzikanten van West Afrika zijn. De Malinké zijn dan wel
verwant aan de creatieve Bambara in Mali maar produceren geen of erg weinig kunst. Wat je veelvuldig tegen
zult komen zijn houtsculpturen van gazellen en andere dieren. Sculpturen van mensen zijn bijna niet te vinden.
Houten maskers en beelden zijn voornamelijk de specialiteit van de Baga, Grebo, Dan en Toma volkeren uit Guinee
Forestiere. Prachtige voorbeelden zijn te vinden op de website Kunst uit Guinée.
De Baobab (Apebroodboom) komt in heel Westelijk Afrika voor, zo ook in Guinée. Deze boom kan wel 2000 jaar oud worden.
Vroeger werden de Jeli (in het Frans: Griots, in het Nederlands: Barden) tussen de wortels van de Baobab begraven.
Zo zouden de verhalen die de Jeli vertelden even oud worden als de boom zelf. In de voodoo religie is Guinee de
legendarische geboorteplaats en zetel der Goden. Hier is het waar de zielen van de overledenen heengaan na hun dood.
Op weg naar Guinee moeten ze eerst de eeuwige kruisingen oversteken die door Ghede (God van de dood) wordt bewaakt.