REISVERSLAGEN


REISVERSLAG GUINEE
28 april 2004


Het is alweer een jaar of 4 dat ik met enige regelmaat in Guinee/Conakry kom. In het laatste half jaar ben ik zeker 3 maanden in West Afrika geweest; Guinee, Liberia, Sierra Leone en Bissau en daarnaast 2 keer in Marokko en drie keer in Chicago/VS. De eerste keer dat ik hier kwam was in februari 1998 met twee Nederlanders. Die zijn niet meer terug geweest zover ik weet.

Er zijn veel landen met de naam Guinée en je mag Guinée /Conakry niet verwarren met Guinée /Bissau, Equatoriaal/Guinée, Frans/ Guinée of Papua Nieuw Guinea. Waar de beroemde Guinea pig (Guinees biggetje) nou eigenlijk vandaan komt weet ik nog steeds niet. Misschien kan iemand mij dat eens vertellen. Guinée ligt dicht bij de evenaar en heeft een prachtige natuur mede als gevolg van enorme regenval tijdens de natte tijd die bijna gaat beginnen. Vroeger begon de regentijd in juni maar tegenwoordig is dat al eind april. Dat is het gevolg van El Nino en El Nina. Er zijn bergen, tropische wouden en savannen. In Opper Guinée en in Nzerregorre vindt je olifanten, leeuwen, neushoorns, nijlpaarden en apen. Hier in Conakry en aan de rest van de oceaankust zijn alleen bavianen te zien en wat klein spul. Laatst heb ik bonen van een prachtige struik meegenomen die mijn vrouw in de tuin in Hilversum heeft gepoot. Er komen prachtige bloemen uit. Als ik begin mei terug keer naar Nederland dan hoop ik stekken mee te brengen van andere struiken en dan kijken of die het ook willen doen.

Conakry is de hoofdstad van G Guinée met 1,5 miljoen inwoners en ligt op een schiereiland. De bodem bestaat uit pure bauxiet. Bauxiet is de grondstof voor aluminium. In de regentijd ziet het kustwater rood van de bauxietstof dat van de straten de oceaan instroomt. Lekker voor de vissen. Ze zeggen wel eens dat Conakry een van de smerigste steden van Afrika is. De expats noemen Conakry "Come & Cry", "kommer en kwel". Vaak stinkt het vreselijk door het open riool en dan zijn er de dagelijkse files met enorme hoeveelheid uitlaatgassen. De auto’s die hier rondrijden zijn allemaal afgedankte 2de handjes uit Europa en de VS en de mensen hebben geen geld om kapotte uitlaten te repareren. Auto's zijn er in overvloed en iedereen die een auto heeft is tevens taxichauffeur en niemand heeft een rijbewijs. Verlichting op de auto is niet belangrijk en er mankeert van alles aan die krengen. Levensgevaarlijk. Het is een groot wonder dat er zo weinig ongelukken gebeuren. Er is geen normaal openbaar vervoer en de taxi's puilen uit met tenminste 7 personen. Vier of vijf op de achterbank en 3 voorin. Dat zie ik nog niet zo snel gebeuren in NL. In de personenbusjes zitten gemiddeld 25 personen en sommigen hangen gewoon aan de deur met een voet op de vloer. Ook is het heel normaal dat mensen boven op vrachtwagens en bussen meereizen. Dat is de enige/snelste manier om van de ene kant naar de andere kant van de stad te geraken. Te voet duurt te lang, zeker 4 uur en dat is niet te doen. 's-Morgens staat er een file van 5 kilometer en 's-middags terug. Dus het is altijd filefeest.

Er zijn grote verschillen tussen Freetown/Sierra Leone, Monrovia/Liberia en Conakry. De Engelsen in Sierra Leone en de Amerikanen in Monrovia hebben een echt systeem achtergelaten met goede infrastructuur. De Fransen hebben het hier met de Franse slag gedaan en dat verschil is overduidelijk zichtbaar. Dat uit zich vaak ook in de manier van communiceren als je geen Frans spreekt, ongeïnteresseerd, soms op het arrogante af. De mensen spreken bijna allemaal Frans en natuurlijk hun eigen lokale talen; Fula (of Peul), Mandingo (of Malinke) en Sousou. Wanneer je de mensen begroet in hun taal (Ndjarama, marsude, tan-alaton) dan worden ze erg enthousiast en praten honderd uit. Het is erg belangrijk om bij begroetingen te vragen hoe het gaat, of ze goed geslapen hebben en of alles goed gaat met de familie. De familie daar draait het hier om. Familie zorgt voor elkaar en komt voor elkaar op, ook voor de ouderen. Dat is iets dat wij in de westerese samenleving behoorlijk hebben laten versloffen. Een ander belangrijk element is respect. Respect voor jezelf en voor elkaar.

Guinée heeft een soort "democratische dictatuur" met een generaal die al 20 jaar president is, Lansana Conté. Hij is ver in de 70, alhoewel niemand precies weet hoe oud hij is, en lijdt aan een ernstige vorm van suikerziekte. Vorig jaar heeft Conté nieuw bloed gekregen in Cuba en in december is hij opnieuw gekozen voor een termijn van 5 jaar. Koud kunstje, er waren geen tegenstanders, die hadden zich een maand voor de verkiezingen teruggetrokken. Ze zeggen hier dat de president immens rijk is en zeker een privé fortuin van 1 miljard dollar bij elkaar heeft gesprokkeld. Zonder de steun van het leger kan hij niets beginnen en daarom betaalt hij de studie in de VS van de kinderen van de legertop en heeft bewaking voor al zijn en hun familieleden. Ook moet hij ervoor zorgen dat zijn familie in goede doen is tegen de tijd dat hij sterft want zonder geld zullen zij ongetwijfeld in grote problemen geraken. Afrikanen nemen een arme president niet serieus en die wordt snel afgezet of vermoord. Een arme president kan het volk niet verdedigen tegen vijanden en omdat iedereen graag erg rijk wil worden kijken ze op naar de superrijken en vinden dat een voorbeeld om na te streven. Zo dus ook de zelfverrijkende president. Ook dat is Afrika in het na-coloniale tijdperk.

Guinee was een Franse kolonie en kwam daarna sterk onder de invloedssfeer van de Sovjet Unie. De Fransen hebben de "Franse Slag" nagelaten en de Russen de achterdocht van de koude oorlog, spionage en geheimzinnigheid. Daar houden de Guinezen wel van en past precies in hun straatje van geheime sociëteiten en rituelen. De meeste Fransen zijn weg maar er zijn nog wel veel Russen. Zij hebben voornamelijk belangen in de bauxietmijnen en er zijn veel Russische piloten (oud Afghanistan MIG Fighter piloten) voor de vele oude vliegtuigjes die de regio verbinden. Vaak zitten die piloten half of helemaal dronken achter de stuurknuppel want ze kennen geen enkele angst en geven nergens om. Ook niet om neer te storten, misschien vandaar de wodka. Naast deze blanken zijn er de Libanezen, voornamelijk christenen. Zij beheersen de handel en importeren rijst en levensmiddelen, auto's enz. Met de Indiërs en Chinezen vormen de Libanezen het MKB van Guinee en de Amerikanen en Russen zijn de grote jongens die giga belangen hebben in de mijnbouw van bauxiet. Guinée is de tweede grootste bauxiet leverancier ter wereld en daarnaast is er ijzererts, goud en diamanten in overvloed. Guinezen hebben niet veel op met Libanezen want die behandelen de Guinezen als een soort tweederangs volk volgens de zwarten. Over het algemeen hebben zwarten en arabieren een hekel aan elkaar.

Af en toe tref ik hier Nederlanders in het hotel of in de stad. Die in het hotel komen, praten wel maar in de stad doen ze dat amper. Dat zijn meestal mensen die voor NGO's (Non Gouvernementele Organisaties) werken zoals Unicef, de VN, Rode Kruis enz. Zelfs onze consul Mevrouw Paulsen (2004) kan amper een goede dag uit haar strot krijgen. Ik heb haar een keer ontmoet op het consulaat in het Novotel om te vertellen dat ik als Nederlander vaak in Conakry verkeer en dan in het Mariador Palace Hotel zit. Stel je voor, mevrouw Paulsen is Belgische evenals haar man die directeur is van SN Brussels Airlines. Ze vertelde me dat haar man waarschijnlijk haar plaats gaat innemen omdat de Guinezen haar als vrouw niet serieus nemen voor de job die ze doet. Toen ik haar de 2de keer trof, enkele weken later, deed ze alsof ze mij nog nooit had gezien. Het schijnt dat ze nu (2006) in Mali ons land vertegenwoordigd en ik wens ze daar veel sterkte en ook de Mailizen. Nee dan geef me maar de Amerikanen, Duitsers en Turken die hier komen. Er zijn op het ogenblik veel Turken die werken aan de bouw van de nieuwe Amerikaanse Ambassade. Ze hebben hier eerst met z'n allen in het hotel gezeten en nu hebben ze een groot appartementengebouw gehuurd 10 minuten rijden van hier. Eergisteren ben ik tijdens lunch bij hen op bezoek geweest om bij te praten en goed Turks voedsel te eten. Ze hebben hun eigen kok en slager bij zich en zijn erg kien op de groenten dat er geen bacteriën in zitten, vooral wat de sla betreft want dat is een vergaarplaats van allerlei lugubere beestjes.

Rijst is de belangrijkste voedingsbron in Guinée, naast cassave (maniok), aardappelen en vis. Zolang de oceaan niet leeggevist is kunnen we in ieder geval gamba's eten. Tegenwoordig zie je hier van die grote vissersboten varen die niet meer met netten vissen maar met grote waterzuigers. Met 20 trailers naast elkaar zuigen de Japanners en Koreanen de Golf van Guinée leeg. Noordelijker in de wateren van Mauritanië en Marokko is de oceaan al vrijwel leeggezogen. Dat zijn alarmerende ontwikkelingen die voor niemand ten goede komen. Bij het eten wordt hier veel peper gebruikt en piment, een scherpe vorm van sambal. Net als bij knoflook gaat dat uit je poriën ruiken. Wanneer die reuk vermengd wordt transpiratie dan krijg je de specifieke lichaamsgeur die je overal in Afrika ruikt. Vanwege het eten dat ik hier krijg en uiteraard ook het zweten in de soms verzengende hitte, ruik ik soms ook als een Afrikaan maar als ik een dag ander eten neem dan is het weg. Omdat Guinée een moslim land is wordt er bijna geen varkensvlees gegeten en rundvlees is schaars en erg taai. De meeste Guinezen zijn overtuigd moslim en bidden 5 keer per dag met het gezicht naar Mekka gekeerd. Op vrijdagmiddag rond 2 uur gaan de meeste mannen naar de moskee om een uur lang te bidden. Dan zijn de officiële gebouwen gesloten en is de werkweek voorbij. Daar staat dan weer tegenover dat ze op zaterdag en vaak zelfs op zondag gewoon doorwerken. De zwarte West Afrikaanse moslims zijn absoluut geen extremisten of fundamentalisten. Ze verfoeien de manier waarop sommige arabieren omgaan met de interpretatie van de Koran en zeggen dat Allah nooit gezegd heeft dat ze moeten doden. Mijn vriend Cherif zegt dat alle zelfmoordenaars nooit een maagd krijgen in de hemel, op z'n hoogst een lelijke oude hoer in de hel.

Het is nu midden april en de eerste voorboden van het regenseizoen tekenen zich al af aan de horizon. De fruitbomen hangen barstensvol met mango's, papaja’s, avocado's en bananen. Als de oogst binnen is kan het gaan regenen en dat doet het hier met bakken. Je ziet dan geen hand voor ogen en de onweersbuien zijn onvoorstelbaar intens en erg indrukwekkend. Conakry en Monrovia in Liberia hebben de meeste regenval in Afrika en de oceaan stijgt in die tijd zeker een halve meter. In de afgelopen 4 weken ben ik bijna constant aan het werk geweest en heb Guinée Bissau en Sierra Leone bezocht. Tot nu had ik geen tijd om in de zon te zitten en dat heb ik vandaag gedaan zodat ik een beetje kleur krijg want anders gelooft natuurlijk niemand dat ik in de tropen ben geweest. Gelukkig heeft het Mariador Palace hotel een fijn zwembad want als je in de zon zit dan heb je echt wel afkoeling nodig. Tot 10 jaar geleden was ik bang voor water omdat ik een paar keer bijna verdronken ben. Maar toen mijn zoontje eenmaal ging zwemmen en op vakantie vroeg of pa ook kwam zwemmen kon ik mij niet laten kisten. Zodoende ben ik dankzij hem van mijn watervrees afgekomen.

Deze week ben ik begonnen om weer eens wat aan mijn conditie te doen. Normaal gesproken loop ik in Nederland iedere dag een uur en daarmee houd ik de bloeddruk onder controle. De laatste tijd heb ik dat natuurlijk niet meer gedaan en hier kun je 's avonds beter niet gaan wandelen in het duister, veel te gevaarlijk want als blanke ben je een gewild doel voor overvallers die denken dat je veel geld op zak hebt. Er zijn hier buurten waar zelfs de lokale bevolking na zonsondergang niet meer op straat durft te gaan, dan weet je wel genoeg zou ik zeggen. Ik zit op de vierde verdieping in het hotel en ging steeds met de lift maar neem nu de trap. De eerste 3 etages gaan wel maar bij de laatste voel ik wel dat ik adem tekort kom. Ook heb ik eergisteren een potje getennist, voor het eerst in 20 jaar geloof ik. Er loopt hier een tennisleraar rond die zich "Adidas" noemt en die vraagt mij al meer dan een jaar om eens met hem een potje te spelen. Daar heb ik nu eindelijk aan toegegeven en het beviel best. Dus dat gaan we vaker doen. De meeste hier hebben een bijnaam en laten zich naar hun helden noemen, veelal voetballers; Carlos Alberto die eigenlijk Keita heet, Ronaldo die Mamadou heet en onze chauffeur Souma die we Barichello noemen enz. Wie weet wat voor naam ik krijg. Tot nu toe is het nog steeds Mister Willems.

Er valt natuurlijk nog veel meer te vertellen maar dat doen we een andere keer andere keer wanneer we elkaar treffen. Tot die tijd, de hartelijke groeten uit....Conakry.


REISVERSLAG SIERRA LEONE TRIP
30 MAART T/M 3 APRIL 2004


Zoals beloofd zou ik een verslagje maken van mijn trip naar Sierra Leone en hier is het dan. Woensdagavond ben ik met zo'n oud Russisch vliegtuigje vanuit Conakry naar Lungui schiereiland gevlogen. Er is plaats voor 50 personen maar meestal zitten er maar een stuk of 10 mensen in. Vanaf Lungui vliegveld reis je dan per helikopter naar Freetown, een vlucht van 7 minuten. Egerton, mijn partner in Sierra Leone, wachtte mij op en we vertrokken meteen per jeep naar Bo Town in het mid zuiden van Sierra Leone. Een avond/nacht trip van 6 uur. Om 3 uur 's nachts arriveerden we in Bo en overnachtten in Sir Milton, een obscuur hotelletje midden in het stadje. Naast het hotel was een disco met stevig kabaal maar dat stoorde me helemaal niet en ben als een blok in slaap gevallen.

Bo is in het hart van het diamantengebied. Iedereen is er handelaar of "small scale miner". De burgeroorlog van 1990 tot 2000 ging over diamanten en het was een gruwelijk bloedige oorlog met veel doden en nog meer zwaar gewonden. De rebellen waren zo wreed dat ze zelfs de armen en benen afhakten van tegenstanders maar ook van onschuldige burgers en zelfs kinderen. Gelukkig is dat nu voorbij.

Donderdagmorgen om 6 uur was het wekkie-wekkie en zouden we vertrekken naar het zuid-oosten om een project te inspecteren, een oude rutile mijn. Rutile is een erts dat wel wat lijkt op ijzererts. Toen de oorlog uitbrak is men gestopt met die mijn en nu is het niet meer mogelijk om hem te herstarten. Dus om 6.30 vertrokken we van ons "minus 5 sterren" hotel en moesten eerst naar de garage want ook deze jeep had een technisch probleem. De weg van Freetown naar Bo is net zo slecht als de weg van Conakry naar Bissau en door het hotsen en botsen was een pakking in de uitlaat stuk gegaan. Dat moet je meteen repareren anders valt de uitlaat onder de auto vandaan.

Rond de middag arriveerden we in het Rutile gebied dat aan de Atlantische Oceaan ligt. We hadden afspraken met de stamhoofden van enkele dorpen in de buurt. Ook hadden we een ontmoeting met de Paramount Chief, het super opperhoofd van alle opperhoofden, "el capo di tuti capi" zal ik maar zeggen. Nu moet je niet denken dat die opperhoofden rondlopen in vedertooien en gewaden. Nee ze dragen gewone kleding behalve bij officiële gelegenheden zoals volgende week wanneer President Tijan Kabah op bezoek komt. Dat had ik graag meegemaakt.

Het gebied is prachtig met schitterende heuvels en mooie meertjes. Onbeschrijflijk. Als je de foto's ziet dan begrijp je misschien een beetje wat ik bedoel. Na onze eerste besprekingen was het te laat om terug te keren naar Freetown. In het dorp waar we verbleven was geen hotel, nooit van gehoord zal ik maar zeggen. We werden uitgenodigd door de broer van de Paramount Chief, om bij hem te overnachten. Dat is een aanrader kan ik je zeggen. Je moet je iets voorstellen als een plaggenhut uit het jaar 1720 ergens in de Peel. Geen elektriciteit, lekkend dak en veel ongedierte. Maar we hebben het overleefd en het was een echte belevenis. Douchen doe je daar met koud water uit een emmer met schenkbeker. Ook dat is Afrika ten voeten uit. Dat heb ik ook meegemaakt in Monrovia/Liberia in de hotels waar geen stromend water was en slechts 4 uur per dag elektriciteit van een eigen generator.

's Avonds kwamen de kinderen uit de buurt op bezoek om de witte man te bekijken die in het dorp was. Dat was voor hen een echte belevenis want de meeste kinderen hebben zelden een blanke gezien. Nooit gedacht dat ik nog eens een attractie zou zijn. De vrouw van onze gastheer had pittige Afrikaanse kip met cassave (maniok) gemaakt en dat was heerlijk. Langzamerhand kan ik dat soort eten beter verdragen. In het begin kon ik dat niet en raakte onmiddellijk voor een week aan de diaree. Nu had ik nergens last van maar moet natuurlijk wel blijven opletten want je loopt zomaar een enge ziekte op of je krijgt wormen en meer van dat soort narigheid. De kindertjes stonden allemaal te kijken hoe ik at en na het eten gingen ze voor mij zingen en dansen. Hartstikke tof. Ik heb dapper meegedaan.

De warmte, de lange dag en het lekkere eten maakte het mogelijk om snel in slaap te vallen zonder verder na te denken over de kamer waar ik was. Gelukkig heb ik geen muggen op bezoek gehad.

Vrijdagmorgen zijn we op inspectie gegaan en alles zoveel mogelijk in kaart gebracht. Omdat ik diezelfde middag een vergadering had in Freetown moest ik op tijd terug. Egerton bleef en gaat in de komende dagen foto's maken van de projecten. Laat in de middag was ik terug in Freetown en heb vergaderd met de eigenaren van een partij ijzererts. In principe hebben we dat van hen gekocht en er moesten nog heel wat puntjes op de i worden gezet. Later op de avond werd dat opnieuw besproken in een Chinees restaurant en bezegeld met een Star Beer, het locale bier van Sierra Leone, smaakt erg goed. Toppertje dat gelieerd is aan Heineken heb ik me laten vertellen. Terug uit het veld was het goed toeven in het Kimbima Hotel (Aberdeen/Freetown), slechts 10 minuten lopen vanaf de Mammy Yoko heliport van waar ik zaterdagmorgen om 7.30 terug vloog naar Lungui en Conakry.

Het is nu zondag en ik heb de hele dag e-mails beantwoord en morgen gaan we er weer voor de volle 100% tegen aan. Wanneer er meer te vertellen valt meld ik me.

With love from ... Africa.




Home | Copyright ©2000-2006 onwards: Africa-Afrika.com | Legal Notices